Van harte welkom

Van harte welkom op mijn gedichtenblog. U mag de gedichten ongewijzigd gebruiken met vermelding van mijn naam. Voor het verzorgen van een lezing met voordrachten kunt u contact opnemen via cobytjeert@live.nl Er is ook een volledig programma voor Kerst en Pasen.
Er is nog een interview te beluisteren van enkele jaren geleden. , https://soundcloud.com/user-671424345/interview-coby-poelman-duisterwinkel-10-07-2017
Posts tonen met het label Moeder. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Moeder. Alle posts tonen

zaterdag 30 januari 2021

Uit moeders fotodoos

Twee tantes van moeder
uit lang vervlogen tijd,
hun identieke jurken
waarschijnlijk zelf genaaid,
om de tailles glanzend band,
een beugeltasje in de hand,
hun rokken enkellang
boven gepoetste schoenen
en op hun hoofd
een hoed met rand,
twee tantes om te zoenen.

Ik zie dat moeder op hen lijkt
en beeld me even in hun tijd,
hou ik daarom van hoeden?
O wat herken ik mij erin,
ik waan mijzelf als één van hen
want ik lijk op mijn moeder.

Coby Poelman - Duisterwinkel



maandag 3 februari 2020

Moeders verjaardag

Vandaag is het de dag
dat mijn moeder verjaart.
Helaas is ze niet meer
bij ons hier op aard.
“Nu blijf ik bij U voor altijd,
God die mij troost, die bij mij zijt.”
Deze strofen komen in mijn gedachten
op de straatweg Groningen – Drachten.

Ik ben onderweg
op de fiets naar Zuidhorn
waar moeder vertoefd heeft
in een woonvorm
voor dementerenden wel te verstaan.
Wat tref ik daar vanmorgen aan?
Zou mevrouw x
me nog kennen deze keer?
Zie ik mevrouw y nog eens weer?

Wie zou er dienst hebben van ’t personeel?
Werkten H en A op vrijdag veel?
In mijn fietstas zit een gebakken cake
omdat me dat wel aardig leek.
De weg erheen is me zo bekend.
Wat werd moeder hier verwend.

Iedereen was liefdevol voor haar.
In gedachten zie ik haar witte haar.
A heeft dienst, haar gezicht staat verrast.
“Hé, kom jij hier gezellig te gast?”
“Ja, ’t is 3 februari vandaag
en moeder woonde hier zo graag.

’t Was zo heerlijk om hier te komen
en met haar over vroeger te bomen.
Ik zag op het naambord
slechts drie in getal.
Wat een klein groepje,
hoe gaat het zoal?”
“Mevrouw x is overleden,
stilletjes van ons weggegleden.”

Mevrouw y kent me niet meer.
Nieuwe gezichten begroeten me weer.
“Heeft u hier gewerkt mevrouw”?
“Nee, moeder woonde in dit gebouw.”
De cake smaakt goed en de koffie geurt.
We bekijken foto’s om de beurt.

Daar zit moeder aan tafel te eten.
De tijd wordt eventjes vergeten.
’t Was goed om hier weer eens te zijn.
Groet de anderen, bedankt, het was fijn.
Ze leve lang, hoera, hoera.
Ze leve in Gods Gloria!

Coby Poelman-Duisterwinkel


Gepubliceerd in mijn boek: "Granaatjes met een gouden slot"
Geschreven op 3 februari 2006.

vrijdag 21 juni 2019

De langste dag

Bij haar geboortedatum siert
een sterretje de steen,
daar waar een kruisje is gekerfd,
die datum ging ze heen.

Hoe zal het zijn geweest
op haar geboortedag,
ik stel me zomaar voor
hoe ze in moeders armen lag,
haar vader daarbij naar haar keek
speurend op wie hun dochter leek.

De datum van
haar gang naar Huis
gekerfd achter het
kleine kruis
bericht de aanvang
van de zomer…

Vandaag draag ik
dezelfde jurk
bedenk ik
als ik even hurk,
het was toen 30 graden,
kom, denk ik
vastberaden.

Vier jaar na dato,
de dag van het kruis
begeef ik me weer
op weg naar huis,
dichtend over
de Grote Zomer.

Coby Poelman-Duisterwinkel

Gepubliceerd in de bundel "Verstillend Licht" (2012) 


donderdag 16 mei 2019

De tafel is gedekt


Lakens op het linnenrek,
witgoed op de bleek,
zinken emmers, regenbak,
lege maag, de trek.

De deur die altijd los is
is vandaag op slot,
briefje om de sleutel
op de bekende plek.

‘k Ben even om een boodschap,
zet jij het eten op?
De keuken zonder moeder,
het voelt opeens zo gek.

Gehaaste stappen door de straat,
de voordeur, kapstok, loper,
de keukendeur vliegt open,
haar stem is opgewekt.

Kon ze hier nog maar even zijn,
ons haar verhaal vertellen,
wanneer Zijn tafel is gedekt
is zij in ons gesprek.

Coby Poelman - Duisterwinkel


zaterdag 13 mei 2017

Moeders spiegellach



Met spons en zeemleer
stond ze buiten,
ik zat in huis
en tekende mijn moeder,
de kom met water in haar hand.
Ik schrok van elke plens,
het spoelde,
drijfnatte ramen
ontnamen mij het zicht,
ik dacht haar in een lachspiegel,
mijn ogen knipperdicht.

Na het zemen kwam ik kijken,
ging buiten naast haar staan
en zag haar spiegellach naar mij
in 't stralend schone raam.

Vandaag spoel ik de ramen
en stel me moeder voor
stralend met Vader samen.

Coby Poelman - Duisterwinkel