Nooit denk ik zonder zuchten
aan die langste dag,
hoe in de kleine, zo benauwde kamer
wij afscheid van mijn moeder namen,
aan die langste dag,
hoe in de kleine, zo benauwde kamer
wij afscheid van mijn moeder namen,
de aardse tent al afgebroken was.
Nu zoveel jaren later
mijn schoonmoeder zucht,
benauwd in de te grote kamer,
Nu zoveel jaren later
mijn schoonmoeder zucht,
benauwd in de te grote kamer,
de langste dag weer nadert
richt ik mijn ogen naar de lucht,
zie voor me wat er overblijft,
de dorre plekken in het groene gras
onder de afgebroken tenten
die in drie dagen zich naar boven wenden,
de tijd dat Jezus in de groeve lag,
Voorbode
van de Grote Zomer.
Coby Poelman - Duisterwinkel
Uit: "Geloofsvreugde"
Kunstwerk van Rudolf Hagenaar
Coby, je weet me vaak te raken met jouw schrijven.
BeantwoordenVerwijderenZo ook met dit gedicht.
Hartelijke groet,
Hilly
Dank voor je mooie woorden Hilly,
BeantwoordenVerwijderenhartelijke groet van Coby.
Ik was eigenlijk op zoek in Google naar iets over tenten maar stuitte op jouw pagina Coby. Mooi gedicht, het raakt maar inspireert me tegelijkertijd.
BeantwoordenVerwijderenBeste Femke,
BeantwoordenVerwijderenWat mooi dat je de moeite nam om me dit te laten weten. Het is altijd fijn om te lezen dat je gedicht iets met de lezer doet. Hartelijk dank hiervoor.
Vriendelijke groet van Coby.