We lopen in de stad,
de lucht betrekt,
mijn aandacht wordt gewekt
door een ronkend geluid.
Een fiets wordt op de stoep gegooid.
Kronkelend rukt
een jonge vrouw haar jasje uit,
gebaart en hapt naar lucht,
iemand klopt haar op de rug.
Ik zie hoe mijn man haar observeert,
hij spreekt haar rustig aan
terwijl hij achter haar gaat staan,
zijn handen omvatten haar,
gevolgd door een beheerst gebaar.
De lucht klaart op,
de vrouw begint te praten,
het poeder heeft “Heimlich”
de luchtpijp verlaten.
Coby Poelman-Duisterwinkel