Verheugd mag ik u aankondigen: 'De voordracht', mijn 9e boek.
Interview in de Streekkrant van 11 juni 2013:
De tekst op de achterkant:
Coby Poelman
De voordracht
Verrassende, humoristische en ontroerende teksten om voor te dragen of stil van te genieten.
De voordracht
Verrassende, humoristische en ontroerende teksten om voor te dragen of stil van te genieten.
De Groningse auteur Coby Poelman-Duisterwinkel schrijft over haar omgeving, o.a. Schiermonnikoog, Noordpolderzijl, Lauwersoog, het Snorrelaantje, het Aduard 800 pad, over een marktkoopman op het Waterlooplein, een kijkdag op de veiling in Amsterdam, het wielrijdersmuziekkorps uit Opende, over haar kat, steenmarters, muggen, wespen, haar fietstochten, belevenissen, over een dompelpomp, breimachine, bromtol, sensorvogeltje en over allerlei genietmomenten.
Achter op de fiets is geschreven voor de Almere poëzieprijs 2009 bij het thema ‘achter mijn rug’ en kreeg de 2e prijs toegekend.
In 2008 verscheen haar eerste boek ‘Granaatjes met een gouden slot’. In 2012 en 2013 volgden een aantal bundels met geloofsgedichten en twee kinderboekjes. Ook publiceerde zij in 2010 in het jubileumboek van de Litouwse kunstenaar Torcqué.
Voorwoord
De meest bijzondere herinneringen aan mijn moeder zijn voor mij de prachtige voordrachten die ze heeft gehouden.
Zelfs in de eindfase van haar leven, ze woonde al niet meer thuis, was zij voor haar medebewoners een lichtpuntje wanneer zij opstond uit haar stoel en een voordracht ten gehore bracht.
Door de jaren heen heb ik gemerkt hoe het luisteren naar voordrachten de mens ontspant.
Misschien is dat onbewust een aansporing geweest tot het schrijven van voordrachtteksten.
Als ik probeer me voor te stellen hoe het geklonken zou hebben als mijn moeder deze tot leven zou hebben gebracht dan begrijp ik terwijl ik dit schrijf opeens waarom ik ben gaan voordragen. Omdat zij het niet meer kan.
Aan de beschrijving van één van de voordrachten die zij op veler verzoek heeft gehouden is de titel van dit boek ontleend.
Voor de omslag is een foto gebruikt van een schilderij van Hélène Grégoire (Amsterdam, 1946).