In het huis van de moskee
dempen voetstappen op tapijten.
Loop je een tijdje mee
dan merk je waar ze slijten.
Trekkende vogels tekenen patronen,
brengen kleur en warmte aan
bij hen die het huis bewonen,
geven tevens richting aan.
Gevleugelde voeten brengen vreugde,
slepende voeten diep verdriet
aan die zich menigmaal verheugde
of donkere schaduwen achterliet.
Zie de dankbare Aga Djan
gebogen, oud en grijs
peinzend op de berg staan,
kijkend naar het paradijs.
Zo keek ooit ook Mozes
naar het beloofde land.
Nog tekenen trekkende vogels
een veelkleurige rand.
Coby Poelman-Duisterwinkel.
Geschreven naar aanleiding van het boek
“Het huis van de moskee” van Kader Abdolah (zie ook het gedicht "Het huis van de moskee")