maandag 28 september 2020

Dankgebed van een jarige


Heer, ik beleef vandaag
weer mijn geboortedag,
ik dank U voor het leven
dat U mijn ouders gaf
en zij mij op een dag
van U hebben gekregen,
dank dat U elk jaar met ons viert
wat U ons hebt gegeven.
U bent opnieuw de Eregast,
die met ons is verweven.
Dat wij met wie bij U al zijn
hier mogen zingen in refrein.

Coby Poelman-Duisterwinkel

zaterdag 26 september 2020

Voor het laatst


De deuken in de vloer
tonen de zwaarte van het bed,
de strepen overdwars verraden
waar de kast werd neergezet.
Ik hoor de leegheid kraken
in mijn leren jas
en kijk naar buiten
waar adem condenseert
tegen het enkel glas.

Ik zie de inktvlek op de grond
en denk aan hoe die
in mijn pubertijd ontstond.
Nog éénmaal open ik
het ingekraste luik,
voorzichtig tastend onder
knisperend verwarmingsbuis

mijn knieën knakken
als ik eindelijk wil gaan,
het luik blijft
kierend openstaan.

Coby Poelman - Duisterwinkel

 

zaterdag 19 september 2020

Herfstavond


Gordijnen dicht,
gezellig schemerlicht,
de geur van was en zwavel,
verwarming op behaaglijk,
in stille harmonie
verdiept in U.

 Coby Poelman-Duisterwinkel


 

woensdag 9 september 2020

Hoor je dat?


De eenden van de Traansterweg
vertellen een verhaal,
heb je ons baasje wel gekend,
hij kende ons allemaal.

De ganzen van de Traansterweg
herkennen hun verhaal,
ze trekken altijd met hen op,
missen hem allemaal.

De vogels rond de Traansterweg
fluiten een groots verhaal,
weet je dat er een Trooster is?
Hij kent ons allemaal.

Coby Poelman-Duisterwinkel


Geschreven voor het afscheid van een familielid die overleden is.

zondag 6 september 2020

Sportief

De zon schijnt,
hij stapt
van achter zijn krant
in de auto,
sporttas in de hand,
rijdt naar het sportgebouw,
puft op de loopband
in het blauw,
zoveel stappen
per minuut,
bestijgt de fiets
naast buurman Ruud,
beloont zich
met een warme douche,
haalt zijn colbertje
uit de hoes,
zwaait door het raam
onderweg naar huis
naar een sportieve jogger,
die is al bijna thuis,
rijdt een genietende fietser voorbij
en denkt bij zichzelf;
dat is toch niets voor mij.

Coby Poelman - Duisterwinkel


Gepubliceerd in de bundel "Granaatjes met een gouden slot"