▼
maandag 28 september 2020
Dankgebed van een jarige
Heer, ik beleef vandaag
weer mijn geboortedag,
ik dank U voor het leven
dat U mijn ouders gaf
en zij mij op een dag
van U hebben gekregen,
dank dat U elk jaar met ons viert
wat U ons hebt gegeven.
U bent opnieuw de Eregast,
die met ons is verweven.
Dat wij met wie bij U al zijn
hier mogen zingen in refrein.
Coby Poelman-Duisterwinkel
zaterdag 26 september 2020
Voor het laatst
De deuken in de vloer
tonen de zwaarte van het bed,
de strepen overdwars verraden
waar de kast werd neergezet.
Ik hoor de leegheid kraken
in mijn leren jas
en kijk naar buiten
waar adem condenseert
tegen het enkel glas.
Ik zie de inktvlek op de grond
en denk aan hoe die
in mijn pubertijd ontstond.
Nog éénmaal open ik
het ingekraste luik,
voorzichtig tastend onder
knisperend verwarmingsbuis
mijn knieën knakken
als ik eindelijk wil gaan,
het luik blijft
kierend openstaan.
Coby Poelman - Duisterwinkel
zaterdag 19 september 2020
Herfstavond
Gordijnen dicht,
gezellig schemerlicht,
de geur van was en zwavel,
verwarming op behaaglijk,
in stille harmonie
verdiept in U.
gezellig schemerlicht,
de geur van was en zwavel,
verwarming op behaaglijk,
in stille harmonie
verdiept in U.
Coby Poelman-Duisterwinkel
woensdag 9 september 2020
Hoor je dat?
De
eenden van de Traansterweg
vertellen
een verhaal,
heb
je ons baasje wel gekend,
hij
kende ons allemaal.
De
ganzen van de Traansterweg
herkennen
hun verhaal,
ze
trekken altijd met hen op,
missen
hem allemaal.
De
vogels rond de Traansterweg
fluiten
een groots verhaal,
weet
je dat er een Trooster is?
Hij
kent ons allemaal.
Coby
Poelman-Duisterwinkel
Geschreven voor het afscheid van een familielid die overleden is.
zondag 6 september 2020
Sportief
De zon schijnt,
hij stapt
van achter zijn krant
in de auto,
sporttas in de hand,
rijdt naar het sportgebouw,
puft op de loopband
in het blauw,
zoveel stappen
per minuut,
bestijgt de fiets
naast buurman Ruud,
beloont zich
met een warme douche,
haalt zijn colbertje
uit de hoes,
zwaait door het raam
onderweg naar huis
naar een sportieve jogger,
die is al bijna thuis,
rijdt een genietende fietser voorbij
en denkt bij zichzelf;
dat is toch niets voor mij.
Coby Poelman - Duisterwinkel
Gepubliceerd in de bundel "Granaatjes met een gouden slot"