zondag 30 januari 2011

Het meisje met de negen vingers


Ingekaderd
lopen twee zussen
in gedachten op zoek,
de jongste draagt een camera,
de oudste bladert in een album.

Binnen een ander kader
ontwaar ik moeder,
zwijgend na het waarom,
vader tegenover haar,
handgebarend.
Aandachtig kijk ik
naar wat is vastgelegd.

Waar leugen waarheid wordt
pink ik een traan.

Een kader vult zich
met een wazig negatief,
dat van een vader,
rennend voor zijn leven,
vastklemmend in zijn arm
een kind van twee,
erbarmelijk klinkt het gehuil
vermengd met schreeuwen.
Een knuppel treft,
het kader sluit zich
in ontwikkeling;

Ik zie mijn gave handjes
boven de rug van vader
en ruik de geur van bloed.
Ik ben Laura, een dubbeltje
op zijn kant.

Coby Poelman-Duisterwinkel.

Geschreven bij het gelijknamige boek van Laia Fàbregas

Geen opmerkingen:

Een reactie posten