Ik ben erg onder de indruk van dit boek.
De schrijfster neemt je mee in een creatieve gedachtegang van een mensje in wording.
De gedachtegang van dit jongetje in de baarmoeder wordt heel mooi omlijst met aansprekende Bijbelteksten die van toepassing zijn. Zo word je als lezer ook geconfronteerd met het concept van God rond de conceptie. Je voelt de scheppende kracht van de Maker.
Ieder mens is uniek en krijgt eigen merktekens. Denk aan vingerafdrukken. Heel mooi wordt omschreven hoe hij een merkteken op zijn voet krijgt.
Omdat zo enthousiast uitgekeken wordt naar de geboorte en het grote avontuur om op de aarde te zijn word je zelf als lezer ook helemaal blij.
De vraag komt boven of je zelf eigenlijk genoeg uit het leven haalt.
Je zou nog veel meer vreugde aan het leven en de schepping kunnen beleven als je die met nieuwe ogen bekijkt.
Samen met dit jongetje beleef je het weefproces. Hij hoort het hartje opeens kloppen. Er groeien armen en benen, handen en voeten. Hij ontvangt zintuigen, oren en ogen. Opeens kan hij horen wat buiten de baarmoeder gebeurt. Dat is overigens niet altijd fijn. Hij merkt dat hij emoties heeft.
Hij wordt getroost door wat hij in de hemelen heeft gehoord waar hij voor de vorming in de baarmoeder was. Toen was hij alleen nog geest, in de baarmoeder krijgt hij een lichaam en een ziel.
Hij stelt zich voor dat hij een dichter en kunstenaar wordt en vindt nu al inspiratie in wat David heeft geschreven.
In het boek lees je de liederen die hij in de baarmoeder schrijft.
Wat ik ook een prachtig beeld vond; “De wolken zijn het stof aan zijn voeten (Nahum 1 : 3)” Dit mensje in wording zegt daarover: “Zijn voeten zijn zo groot dat ze de hemel kleuren en soms bedekken met lapjes stof in ontelbare vormen.”
Voor hem zal het zien van wolken een herinnering aan zijn Schepper zijn die voor hem uitloopt, zijn voetsporen openlijk nalatend zodat iedereen ze kan zien.
Het is zo bijzonder mooi en ontroerend.
Je zou hierdoor ook jezelf kunnen gaan zien door de ogen van je Schepper. Hij vond je de moeite van het scheppen waard en besteedde veel zorg aan je.
Hoe het boek afloopt wil ik liever niet vertellen, het is mooier voor de lezer om dit zelf te ontdekken.
Ik heb geprobeerd het in een gedicht te vatten.
Levensadem
Ik zie een mensje groeiend in het donker,
maar in zijn donker is toch altijd licht,
hij leeft naar zijn geboorte toe,
zo puur, Scheppergericht.
Zodra hij ledematen heeft
beweegt hij op het ritme,
zijn blijdschap klopt,
popelend danst hij voort.
Wie zal mijn moeder worden en wie heeft mij verwekt,
wie houdt zijn handen naar mij uitgestrekt?
Zijn ze zoals mijn Maker, zien ze al naar mij uit,
ik luister stil geborgen naar hun leefgeluid.
Maar dan, heel onverwacht
voel ik een koude hand,
wat gaan ze met mij doen,
of is het nu volbracht,
of is het nu, of is het nu,
of….. is….. het…. nu….
Coby Poelman-Duisterwinkel
Geschreven n.a.v. het boek van Marja Meijers