zondag 31 oktober 2021

Onze dorpsgenoot

  


Hij schilderde de kerk

die veel voor hem betekende,

hij was er ouderling,

heeft zijn geloof beleden,

zijn kinderen zijn er gedoopt,

hij was actief meelevend.


Hij zong er in de Cantorij,

hielp mee met wat gebeurde,

was dankbaar voor het goede,

leed mee met elk die treurde,

een trouwe kerkganger was hij,

vergaderde en was gastvrij.


Wat was hij vaak te vinden

in ‘t kerkje van zijn vrind,*

waar hij zo graag bediende

in ‘t theehuis, graag geziene.


Dag Jan, je werk blijft voortbestaan

nu jij van ons bent heengegaan.

De kerk, het huis van wie ons schiep

waar jij zo graag naar binnen liep

is door jouw hand op doek ontstaan,

dat jij bij God mag binnengaan.


Coby Poelman-Duisterwinkel



*Het zelfgebouwde kerkje van boer Harkema in Den Ham waar bussen vol mensen naar kwamen kijken. Jan Meeuwsen deed daar de rondleidingen en eindigde die met het zingen van een lied.  Hij schonk koffie en thee in het theehuis waar zijn schilderijen ook tentoongesteld werden.

woensdag 27 oktober 2021

De rijke arme

 


Ach wat is rijk verzucht de arme,

weinig geld maakt creatief,

hij overziet wat hij gemaakt heeft,

vindt voldoening en heeft lief.


Was ik maar arm, bedenkt de rijke

die zijn boekhouding bekijkt,

hij voelt zich slaaf van zijn bezit

dat hem tot steeds meer rijkdom drijft.


Coby Poelman-Duisterwinkel



Kunstwerk van R. Feitsma

vrijdag 22 oktober 2021

Wat een gastheer!

 


Te Kana zou een bruiloft zijn,

daar blonk de bodem van 't festijn

tot even later

men zag hoe water

geroerd werd tot de beste wijn.


Coby Poelman-Duisterwinkel

maandag 18 oktober 2021

Te gast in de kerk


Ze zitten voor me,

een meisje met haar oma,

het kindermoment breekt aan,

ze fluisteren,

het meisje mag naar voren gaan.

Na afloop gaan ze

naar een eigen ruimte,

een aarzeling, zij blijft er staan.

Oma gebaart;

ga er maar achteraan.


De kinderen komen terug,

oma gaat al wenkend staan,

na oogcontact komt ze eraan,

oma drukt haar tegen zich aan,


en ik schiet vol,

ik heb hun taal verstaan.


Coby Poelman-Duisterwinkel


Het prachtige bloemstuk werd gemaakt door Janneke Deemter ter gelegenheid van de Schnitger Cantatedienst.

donderdag 14 oktober 2021

Aduard slaapt


Stilte wandelt ons tegemoet,

we knerpen schelpen wakker,

geknotte wilgen zijn weer uitgebot

waar “de Lindt” ons buigend groet.

Zo rond het middaguur

beschijnt de zon september,

op de met herfst getooide bermen

onze schaduwen in drassig groen,

weilanden dromen achter bomenrijen,

volkstuinen gapen door een bladerkraag.

We naderen de kerkhofsgracht,

lopen langs de graven,

spreken over abten en verleden

in de Wibrandusstraat en die van Baron Lewe,

De kloostermoppen worden hergebruikt

in ‘t Rechthuis na een raadsbesluit.


Je luistert stil als ik vertel,

je kent het kloosterleven,

hebt de Abdij al eens bezocht

en zag ook het museum.

Eens in het jaar rond mijn geboortedag

bezoek je ons in “mensenpak”

en ik weet nu dat Aduard

met ons een plek vond in jouw hart.


Coby Poelman-Duisterwinkel

maandag 11 oktober 2021

Hij is thuis


Tempel,

woning van de Heilige Geest,

ons lichaam, Zijn herberg,

Hij wil blijven,

voorgoed!


Coby Poelman-Duisterwinkel

zondag 10 oktober 2021

Vele woningen

 


Wij waren in Uw huis

en thuisgekomen
welde in mij een vraag
over Uw Vaderhuis
met vele woningen.

Die woningen
zijn dat misschien
de mensen
in wie U woning hield,
die bij U zijn gekomen?

Hoe het ook zij,
ik ben verheugd
dat Uw Geest
in ons wil wonen.

Coby Poelman-Duisterwinkel

Gepubliceerd in de bundel 'Geloofsvreugde'

dinsdag 5 oktober 2021

Hamster "nacht"merrie

 


Eén van de Borgpaarden in Den Ham
vierde een feestje achter de dam,
een merrie gebaard,
beschuitmuisjestaart,
na jaren een droomwens die uitkwam.

Coby Poelman-Duisterwinkel

zaterdag 2 oktober 2021

Leeuwendeel


Een rijke leeuw uit Aduard

klaagde: "Wat zijn die banken hard.

Ik lever u een ambachtsman

die leeuwenbanken maken kan."

Nu prijkt hij in de kloosterkerk

als zetel naast zijn meesters’ zerk.


Coby Poelman-Duisterwinkel


Geschreven voor het tijdschrift "Terdege"