vrijdag 31 januari 2014

Bericht uit Berlijn

 
Eén korte zin,
gefluisterd uitgesproken
werkt als de ingehouden spanning
voor een dominorecord.

Liefde staat loodrecht
naast verraad,
de rode oorlogsdraad
nadert in
een zwart-witte kater.

Op een zachte zomerdag
wordt gras gemaaid,
zaad gezaaid,
een heg geknipt,
graskanten afgestoken
en ergens bij de grens
wordt dominant
de eerste steen
omver gestoten.

Coby Poelman-Duisterwinkel

Geïnspireerd door het boek van Otto de Kat
Uitgever van Oorschot
 

dinsdag 21 januari 2014

Mijn opvliegersvest

Ik heb een vest gekocht met gaatjes
want ik ben vijftig jaar geweest,
‘k bekijk de gemêleerde draadjes,
dit vest te dragen is een feest.

Het heeft één knoop en is snel uitgetrokken
en vliegensvlug trek ik het ook weer aan,
zo kom ik er doorheen zonder veel mokken,
nooit hoef ik in de kou te staan.

Als ik omhoog vlieg door de lucht
ontsnapt de adem luchtig door het vest,
zo gaat de vlieger op de vlucht
naar een hoger gelegen nest.

Ik zwaai hem in gedachten na
en denk als hij is opgevlogen:
tot straks als ik boven de pannen sta,
dan stijg je weer in dampen voor mijn ogen.

Tussen de dampen vliegt een vest met gaatjes
rakelings langs het vergiet,
de mooie gemêleerde draadjes,
die zie je in zo’n toestand niet…

Coby Poelman-Duisterwinkel

Uit: "De voordracht"

vrijdag 17 januari 2014

Dichtersdans

Kom, dans met mij de tanka
beklim de haiku
speel een triolet
vorm in de maat
van een kwatrijn
sierlijk een pirouette

wie begeleidt ons
op een harp,
piano, fluit of klarinet
beleef ook eens een elfje,
rondeel, zing een sonnet

en als je niet meer dansen kunt
verzin een nieuw couplet
want als je schrijft in vreugde
vervuld van binnenpret
heb je de dichtersgloed vertaald
in levensgeestballet

Kom, dans met mij de tanka
of de cinquiano,
speel een triolet
zing op de maat
van de muziek
een poëzieduet!

Coby Poelman-Duisterwinkel


donderdag 16 januari 2014

In Zijn koningsmantel

Ontmanteld was hij
na zijn CVA,
een warme mantel
werd hem omgeslagen,
zij gaf hem al haar liefde,
voelde zich gedragen
door wat ze op hun trouwdag
aan Hem had beloofd.
Hij zou haar bijstaan wist ze,
al hun levensdagen,
ze hield niet op
Hem in hun nood te vragen.

De mantel kleurde door de
trouwtekstwoorden
en werd zijn schuilplaats
waar hij in vernachtte.

Omdat ze ‘t samen één
alleen van Hem verwachtten
lag als hun Psalm
Zijn mantel om hen heen.

Coby Poelman-Duisterwinkel

Geschreven voor het thema "Mantelzorg" van gedichtensite.nl

In memoriam aan mijn schoonouders. Hun trouwtekst was Psalm 91.

zaterdag 11 januari 2014

Wachtkamerlectuur

In de wachtkamer van de dokter
leest hij een weekblad.
Dan klinkt zijn naam,
de assistente spuit
zijn geweekte oren uit.
Steeds luider klatert
het water.

Thuis hoort hij de lekkende kraan,
een scharnier moet worden gesmeerd

maar in de stilte van de avond
denkt hij smullend van zijn fruit
aan de wachtkamer van de dokter
want het spannend stukje
in het weekblad
kreeg hij niet uit.

Coby Poelman-Duisterwinkel


Uit "Granaatjes met een gouden slot"

zaterdag 4 januari 2014

Leve de kringloop

Met een twinkeling in onze ogen
zijn we naar de kringloop getogen.
Mijn man en ik, soms een beetje gek
zijn in onze nopjes op deze plek.

Ik ga gelijk door naar de kledingrekken
en zie hem naar de boeken strekken.
Met twee broeken en een rok
verdwijn ik in het bekende hok
om even later voor de spiegel te kijken
hoe me deze creatie zal lijken.

Oeps, toch iets doen aan mijn gewicht,
de bovenste knoop wil niet meer dicht.
Met broek nummer twee
heb ik meer succes,
‘k kan zo bij de Oranjes
 op het bordes
en dat voor maar drie euro vijftig zeg,
het is nog als nieuw met velours beleg.

Mijn dag kan al niet meer stuk,
heeft manlief ook zoveel geluk?
Hij staat te kletsen
met een kenner van kunst,
een landschapje valt
bij hem in de gunst.

Hij luistert aandachtig
en wijst naar de muur,
scheef ingelijst zie ik
en hij is zo secuur.
Daar staat een piano,
die lijkt me niet slecht,
het fineer is kapot
en dat zie je toch echt.

Maar kijk toch eens daar,
een prachtige bank,
de bekleding nog gaaf,
de pootjes rank,
dat is iets voor Fleur,
die is dol op die kleur.
Ik bel haar gelijk even
buiten de deur.

Als we het aardewerk
hebben bekeken
en de sjaaltjes zijn ontweken
valt mijn oog op een kandelaar,
hij is wel wat groot
en een beetje zwaar.

Met het gevaarte op de fiets
verkneuteren we ons,
we hebben weer iets.
Glunderend kijken we elkaar aan,
wat heerlijk dat deze winkels bestaan!

Coby Poelman - Duisterwinkel


Uit "Granaatjes met een gouden slot"